Informatie over de Bethunepolder en de Tienhovense plassen.
In het voorjaar zijn de werkzaamheden in de Bethunepolder afgerond.
Er waren door het afplaggen bij de veenkade enkele plassen ontstaan, deels onbedoeld, en inmiddels weer opgedroogd.
Dit nieuwtje was snel in de vogelwereld opgemerkt waardoor in het voorjaar talrijke -ook zeldzame en niet eerder waargenomen- steltlopers neerstreken om te foutrageren. Ook langs de Middenweg werden ze aan de oevers van de plassen daar gezien. Zo werden er, Zwarte Ruiters, Poelruiters, Groenpootruiters, Geelpootruiters, Kemphanen (met hun verschillend gekleurde kragen), Bosruiters, en -uiteraard- veel Kieviten met jongen en Gruttos) minder dan andere jaren) gezien. In mei kwam er bijna dagelijks een Lepelaar langs. Verder broedden er Kleine Plevieren, Kiekendieven, Blauwborstjes, Roodborsttapuiten en, waarschijnlijk, ook de Ruigpootbuizerd.
De toegestroomde vogelaars werden er high van en ook nog getrakteerd op drinkende reeën. Kortom nu al is de natuur in de polder enorm verrijkt.
Aan de overkant was er weer veel te zien op de plassen en legakkers. De zwarte sterns en kokmeeuwen kwamen weer broeden, de IJsvogel en verschillende soorten kleine rietbewoners.
Helaas worden erg veel jonge sterns opgegeten door snoeken en roofvogels. Een ernstige bedreiging voor de schoonheid en variatie aan bewoners van de legakkers is dat er hiervan steeds meer verdwijnt. Noodzakelijk onderhoud blijft achterwege en wind en water krijgen vrij spel. Een ander probleem is dat de plassen ’s zomers geheel dichtgroeien met Kabomba, een uitheemse aquariumplant die niet te stuiten en ook niet te bestrijden valt. Wellicht moeten bewoners de handen ineenslaan en vervolgens uit de mouwen steken om de leghakkers zoveel mogelijk te herstellen en behouden.
We mogen ons gelukkig prijzen te wonen in een uniek gebied tussen polder, plassen, weiden en trilvenen.
In museum Vredegoed is tot 1 oktober een expositie te zien van natuurfoto’s van soorten die allen in onze omgeving zijn te zien.